donderdag 15 december 2011

De uittocht van de vreemdedingen


Het duurt nog 3 dagen en nachten voor Kerstmis. De dagen worden kouder, de nachten vallen eerder, de stad ligt er verlaten bij. Ik loop naar buiten met een thermoskan warme chocomel, in het licht van de lantaarnpalen zie ik sneeuwvlokken schuin naar beneden dwarrelen. Vervuld met warmte in mijn hart, stilte in mijn hoofd, bewust van de onvrede die bij velen heerst, over de verkeerde verdeling van de rijkdommen, begeef ik me naar het Occupy tentenkamp in mijn stad. Overal, in de ramen van de huizen, flikkerden lichtjes in kleine en grote kerstbomen en zie ik mensen in slaap gesukkeld, achter de buis hangen. Ik besef me dat veel mensen, de wens van mij om mee te werken aan verandering, niet delen; zij leven door als nooit te voren of doen er nog een schepje bovenop, om vooral niet te hoeven denken aan de leningen die ze voor hoge rente hebben afgesloten en de bezuinigingen van het komende jaar.
Veel mensen staan mopperend met elkaar in de trein, tram etc. of uiten hun onvrede op facebook, twitter en andere sociale netwerken, slechts sommigen ondernemen actie. Zij staan bij elkaar in tentenkampjes, gaan de straat op, in de hoop meer mensen wakker te schudden, voor het te laat is. Het voelt bitter koud, buiten en in onze maatschappij.
Plotseling zie ik drie mannen over het kerkplein lopen in de richting van de kerk. Naast de kerk, bij het Occupykamp blijven ze staan. Ik verschuil me achter de oudste kastanjeboom van de stad, voel direct dat dit niet pluis is. Vliegensvlug halen ze iets uit hun zak en schrijven op het mededelingenbord van het kamp:
'Alle vreemdelingen eruit!'
Niemand uit het tentenkamp reageert. Mijn telefoontje trilt, ik ontvang een smsje en lees: "Hai Lo, er is nu niemand in tentenkamp. Op bevel van de burgemeester voor de nacht verlaten" Ik druk het weg en vraag me af: ben ik, met de warme chocomel, voor niets op stap gegaan. Of toch niet?
De mannen schreeuwen wat, in de hoop toch iemand uit de tent te lokken. Niemand reageert of komt kijken. De mannen raken gefrustreerder. Ze overleggen, steken het plein over richting de winkelstraat. Gooien een steen door de ruit van een Turkse shoarma tent. Ook de winkelruit van de Pakistaanse kruidenier en de Turkse supermarkt moeten eraan geloven. Ik houd me verscholen, maak geen foto’s, flitsen is geen optie. Ik voel een angstaanjagende sfeer, in mijn herinnering word ik teruggevoerd naar Kristalnach.
Even vlug als ze gekomen zijn, verdwijnen de mannen uit mijn beeld. Kennelijk heeft ook verder niemand iets gezien of gehoord, achter alle ramen blijft het stil. Ik neem een flinke slok van de warme chocolademelk en denk na over de vreemdelingen haat, die deze mannen lieten zien. Hoe stom, dat ze nu echt denken dat de crisis aan de allochtone medelanders ligt. Hoe kortzichtig moet iemand zijn? Hoe kan ik dit helpen ombuigen?. De ene vraag volgt de ander op en voor ik het weet ontpopt zich het verhaal in mijn hoofd. Ik ga rustig zitten, sla een deken om me heen, neem nog een warme slok en laat het verhaal stromen. In de Turkse winkel is na het sneuvelen van de winkelruit, enige deining ontstaan. "Nu is het genoeg geweest! Ik ben weg" zei de fles Raki boos. "Waar wil je naartoe?" vroeg de Baklava nieuwsgierig, porde ondertussen het Turksfruit wakker. "Terug naar huis natuurlijk", zei de fles, "naar het Zuiden, waar we thuishoren." "Dat is een schitterend idee", riep de mintthee vrolijk. "Het wordt hier alleen maar erger. We doen gewoon wat op dat bord staat: “Alle vreemde dingen eruit." De uitspraak gaat als een lopend vuurtje door de straat, de stad, het hele land. Alle buitenlandse producten vinden het een prachtig idee en beginnen in het donker te twinkelen van de blijde gedachte weg te gaan, terug naar hun geboortegrond, terug naar huis. Tevens verheugen zij zich erop dat ze zo, de mensen hier kunnen laten voelen wat ze gaan missen. Ze gaan de mensen laten weten, waar ze oorspronkelijk vandaan komen, hoe belangrijk en hoe geliefd zij daar, in hun land van herkomst zijn. De producten weten zelfs dat reizigers van oudsher naar hun land kwamen om daar van het uitheemse te genieten en de smaken, geuren, kleuren etc. te eren. Onder de producten is het weid en zijd bekend dat de ondernemende buitenlanders hen ooit meevoeren naar het kille westen en er flink geld mee verdienden, terwijl de bewoners en het land van herkomst uitgebuit werd en wordt. De noten rollen al musicerend door de straten, van amandel, pistache tot walnoot gaat ieder met zijn eigen geluidje op reis naar hun in het thuisland.
In de Betuwe verzamelt het fruit zich, de sinaasappels, mandarijnen, citrus vruchten rollen van dolheid, als een kleurrijk kleedje op weg naar het Zuiden. De ananassen, de bananen, de dadels en de vijgen, de passievruchten en de kiwi's kruipen in hun kisten in zuidelijke richting de straten door. Als al het vreemde fruit naar de warme, zuidelijke landen verdwijnt, liggen de wortelen, kolen, peren, appelen en aardappelen er wat zielig en vrijwel kleurloos te prijken tussen de vele lege kisten. In de straten verzamelen zich de cacao producten voor de grote reis naar West-Afrika, want daar hoort de cacao thuis. Wat verderop voegen zich alle koffie soorten toe: gemalen, in bonen, potjes met oploskoffie het maakt niet uit alle boontjes zijn welkom in de stoet. Een deel gaat mee naar Afrika, naar Oeganda en Kenia, een ander deel splits halverwege af en gaat naar Zuid-Amerika, Colombia en Guatemala. De peperkoeken, de Indische cakejes en een hele reeks gebakjes twijfelen even. Zij zijn gemaakt van meel uit dit land, maar hun pittige, kruidige smaak hebben ze van specerijen uit India: kruidnagel, peper, saffraan, kaneel... Ze zullen niet meer te eten zijn als de specerijen zich onttrekken. De poppen van speculaas zien het hier ook niet meer zitten, hun ogen van amandelnoten zijn al terug naar Mexico en als de kruiden in het lijf beginnen te wriemelen, voelen ze zich zo slap worden dat ze smeken om met gevuld met hen te mogen meegaan. De stoet van speculaas poppen wordt gevolgd door pepernoten, marsepein en suikergoedbeesten. Het wordt een zoete bonte stoet, die zich snel weet te onttrekken aan de schappen van de westerse winkels. Stilletjes, zoet en zacht als het maar kan gaan ze op weg.
In het gloren van de ochtend raakt het verkeer in de hele westerse wereld in de knoop. Lange files wijzen naar het Oosten. Langs de weg staan de computerspelletjes te liften, met in hun trolleys tv's, fototoestellen, telefoontjes. De auto’s op de wegen, in alle garages, op alle parkeerplaatsen vallen in onderdelen uit elkaar. De onderdelen verzamelen en verbinden zich met elkaar, zodat aluminium als geheel terug kon naar Suriname, het koper naar Zimbabwe, het ijzer naar Brazilië en het rubber naar Kongo... De autobanden rollen en dollen achter elkaar aan en de fiets- en autoped-banden proberen hen te volgen. Sommigen weten niet precies waar ze vandaan komen, maar zeker niet uit dit Westerse land.
Ondanks dat de dag is aangebroken blijft het donker, met hier en daar lichtpuntjes.
Op de radarschermen van de vliegvelden is van alles te zien, behalve vliegtuigen. De hemel ziet zwart van de vreemde vogels op weg naar de equator, om zich daar in diverse richtingen af te buigen. De hardhouten planken scheren met de snelheid van een raket weer terug naar het oerbos. Onderdelen van de vliegtuigen scheren rakelings langs de tapijten, welke gevuld zijn met oosterse geschenken van wierook, mirre en goud.
Het rumoer heeft ondertussen de mensen naar buiten gebracht, de chaos is compleet en levensgevaarlijk. De mensen worden tegen de grond gekwakt door iets dat je tegen je aan krijgt; de rol papier draait zo snel om je heen, dat je voor je het weet ingepakt bent. Het is spekglad en je loopt de afschuwelijk kans uit te glijden op de olie en de benzine, die overal uit de tankstations en de kelders kruipt. Hier en daar doet iemand een schietgebedje ”dat alle tabak verdwenen is voordat je vriend of een andere verslaafde een shakie rolt, opsteekt en daarmee de heleboel in de hens zet”. De oliestromen vormen lange beken terug naar bronnen in Oman, Saoedi-Arabië, Koeweit, Irak en wie weet naar welk ander ver land stroomden.
De gassen bundelen zich samen en stromen naar de oorsprong in ruil voor de vervuilde lucht uit het wingebied. De kinderen verzamelen zich en spelen overal verkeersagent om alles in goede banen te leiden. De mensen die denken aan deze stress te ontkomen door lekker te gaan voetballen of joggen, kunnen het wel vergeten. De sportschoenen, truitjes en broeken van Adidas, Nike, Reebok, zijn voor dag en dauw allang naar Indonesië verdwenen. Na het opstaan je aankleden om naar buiten te gaan blijkt ook ineens een ramp: de kledingkast is half of helemaal leeg.
De kleren van de keizer is vaak alles wat nog rest. De naaisters en breisters uit Bangladesh, de Filipijnen, Viëtnam, Madagaskar, Tunesië, ontvangen ineens een overvloed aan kleding ………hand-made.
In het aarde donker doet zich ook een schitterend schouwspel voor, van een door de lucht slingerde ketting van diamanten, gouden sieraden en juwelen op weg naar Zuid-Afrika, Kongo, Ghana, Namibië,Angola... Hier en daar probeert iemand zich er krampachtig aan vast te klampen, met een wilde zwiep wordt de persoon losgeslagen en valt neer op een zwerfkei.
Na drie dagen is de uittocht van de buitenlandse producten compleet. De lucht opent zich, de donkerte, chaos en herrie van de afgelopen dagen valt weg. Er is geen enkel product meer te zien dat aan het kleurrijke buitenland herinnert. De winkels zijn meer dan half leeg. De medelanders zitten enigszins verward, vermoeid doch rustig bij elkaar. Overleggen wat ze in huis hebben om met elkaar een lekkere maaltijd te maken. Men verzamelt zich in de tentenkampen van Occupy, welke in alle steden en dorpen de laatste maanden zijn opgebouwd. De hutspot, boerenkool, hete bliksem en zuurkool wordt in grote en kleine pannen klaar gemaakt. De Arabier eet samen met de Noor, de Surinamer, de Spanjaard, de Hollander en de Fries.
Verheugd dat ze niet zijn omgekomen in de chaos van afgelopen dagen. Blij dat ze hun buurvrouw en buurman hier aan de maaltijd ontmoeten, krijgt iedereen krijgt de kans om te vertellen wat hij op deze plek op de wereld zou willen doen en wat hij daarmee aan Moeder Aarde en de bewoners terug geeft. Iedereen voelt dat hij welkom is in deze groep en dat alle thuisblijvers het goed hebben, ook al is dat aan de andere kant van de wereld met een hele andere maaltijd.
De warme chocomel is op. Mijn hoofd is leeg en los, mijn hart klopt tevreden en mijn gevoel is rustig, ik ben niet voor niets op pad gegaan. Het verhaal is ontstaan, mag verspreid worden naar ieder die het lezen wil… ……………………….… het is Kerstmis.
13-12-2011 LoVeK